Aangestoken door het zwerfgroepvirus (Peter Leyenaar)

Terrein

Peter maakte eind jaren ’60 zijn eerste tochtjes met de rugzak. Tegenwoordig loopt hij zo’n twee à drie weekenden per jaar een zwerfgroeptocht. Op die manier loop je nog eens routes die je anders niet zou doen, het zijn altijd mooie wandelingen en je kampeert op een plek die iemand anders fantastisch voor je heeft geregeld. En bovendien: ‘Ik ben geen eenling, met anderen vind ik het gewoon gezelliger.’

Circa 25 jaar geleden heb ik na een jarenlange pauze het zwerven met de rugzak weer opgepakt. Die eerste keer liep ik in mijn eentje in de stromende regen in de dennenbossen mijn weg te zoeken. Twee zwerfgroepleden die ik tegenkwam en mij een stukje mee op sleeptouw namen, George en Marion, zeiden later tegen elkaar: ‘Die zien we dus nooit meer terug!’, zulk zeldzaam rotweer was het. Maar ik vond het helemaal geweldig, en dat is sindsdien altijd zo gebleven.

Vrijheidsgevoel
Wat ik er zo mooi aan vind: ik ben een buitenmens, en dit is een van de manieren om 24 uur per dag buiten te zijn. Je bent lekker actief bezig. En het allerbelangrijkste: het ultieme vrijheidsgevoel. Je gaat de natuur in en je hebt alles bij je, je bent totaal zelfverzorgend. Je gaat linksaf of rechtsaf, dat maakt niet uit. Op de fiets en in de camper heb ik dat ook, maar met de rugzak ervaar ik dat op zijn sterkst. Ja, ik ben wel door het zwerfgroepvirus aangestoken.
Geen groter genoegen dan na een paar uur lopen tegen een boom geleund te picknicken. Je haalt je zeiltje uit je rugzak en gaat zitten eten. Dat voelt altijd goed, zelfs in de regen. Er mag modder aan je poten komen! En dan maar hopen dat je je tent droog mag opzetten, dat is ook steeds weer leuk en spannend.

Vogels kijken
Als we met de camper op vakantie zijn, maken mijn vrouw Marjan en ik ook wel eens een klein tochtje met de rugzak en de tent. Maar ik wandel vooral in zwerfgroepverband, een paar keer per jaar. Je hebt een gedeelde hobby, dus dat is altijd gezellig. Onderweg zie je elkaar af en toe lopen, maar je kunt ook je hand opsteken en gewoon doorlopen. Je kampeert met zo’n 20 à 30 tentjes, soms iets meer, op een terrein dat iemand anders voor je heeft geregeld. Alleen dat al maakt mij steeds weer blij; geweldig toch dat iemand dat iedere keer weer doet. Als je niet wilt, dan praat je daar niet met meneer X of Y, en anders wel.
De eerste jaren ging vaak óf mijn vrouw, óf een of meer van onze kinderen mee. Tegenwoordig loop ik meestal samen met Henk en Roos, een bevriend echtpaar. Helemaal alleen geniet ik ook wel, maar toch minder; ik ben geen eenling.
Met de Zwerfgroep maak je altijd mooie wandelingen met een slingertje hier en een extra bochtje daar. Voor een weekendtocht vind ik Twente altijd een feest. Ik houd van het gevarieerde coulisselandschap: om de paar honderd meter heb je een heg of bosrand. Dat is ook leuk in verband met het vogelen, mijn andere hobby. Ik heb dan ook altijd een kleine verrekijker in mijn borstzak. Als ik die een enkele keer niet meeneem, krijg ik altijd spijt.

Zwerfbonus
Mijn uitrusting is in de loop der jaren niet echt veranderd, alleen wat lichter geworden. Ik word ouder – pijntje hier, pijntje daar – dus ik moet wel grammen gaan jagen. Zo heb ik een kleiner matje gekocht. Aan bestek neem ik alleen nog een Opinel-mes en een lepel mee. Ook neem ik geen brander meer mee, want ik lift mee met Henk en Roos. Nog een voordeel van met z’n drieën lopen: Henk en Roos nemen de spullen voor het avondeten mee, ik alleen voor het ontbijt. ‘Alles wat je thuislaat is mooi meegenomen’, dat onderschrijf ik helemaal. Wel gaat – naast de verrekijker – altijd een flesje whisky mee. Onze zwerfbonus!

Tip
Zelf vond ik het fijn dat ik op mijn eerste tocht wegwijs werd gemaakt door twee medelopers, die ik toevallig in het begin tegenkwam. Daarom is mijn advies: regel dat de eerste keer vooraf door een mailtje aan de Zwerfgroep te sturen. Ik weet zeker dat dat met plezier wordt opgepakt.

Meer over rugzakkamperen

Gepubliceerd op 26 juni 2020


Gepubliceerd op maandag 25 juni 2012

Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.

« Doe de regendans voor de nieuwe tentplek Masterveld - Plekken waar zo min mogelijk mensen zijn (Sjoukje de Lange) »