Mooi weer? Dan ga ik! (Frederiek van Straten)

Terrein

Frederiek van Straten begon met fietskamperen toen haar jongste zoon drie jaar geleden de deur uit ging. Met haar zoons kampeerde ze vaak op hetzelfde terrein, met de auto. Sinds ze er met de fiets op uit gaat heeft ze veel meer NTKC-terreinen leren kennen, en ze wordt steeds enthousiaster. Vorig jaar ging ze mee met de Kennemerfietstocht.

Kamperen doe ik hoe dan ook graag, maar met de fiets kamperen vind ik het allerlekkerst. Dat je op de fiets alles bij je hebt om het naar je zin te hebben – en dat je dus eigenlijk maar zo weinig nodig hebt – geeft een heerlijk vrij en onafhankelijk gevoel. Ik fiets vaak een paar dagen of een lang weekend in Nederland. Als ik weinig tijd heb, fiets ik vanuit mijn woonplaats Haarlem door de duinen naar Limmen of via een LF-route naar Hazerswoude. Ben ik wat langer vrij, dan fiets ik bijvoorbeeld via De Haan naar Ouddorp. Zodra het mooi weer is, pak ik m’n fiets en dan ga ik. Op de NTKC-terreinen ontmoet ik vaak mensen die bekenden zijn geworden; dat maakt het heel makkelijk om dat alleen te doen. En zelfs als ik ze niet ken, voelt het vertrouwd omdat je lid bent van dezelfde club: het is een soort familie.

Afgelopen jaar ging ik voor het eerst mee met de jaarlijkse Kennemerfietstocht. Ook dat verliep sociaal heel makkelijk, al kende ik maar een enkeling in de groep. Er waren wel groepjes die elkaar al langer kenden, maar heel wat mensen kwamen ook alleen. Bijzonder was de leuke sfeer, ondanks het barre en het boze weer, of misschien wel juist daardoor. Het waren allemaal optimisten die zich er niet onder lieten krijgen. Ik heb erg gelachen. En dat terwijl we soms doorweekt waren.

De tocht was heel goed voorbereid door Frans Schlüter en de inmiddels overleden Jan Carstens. Er was gezorgd voor mooie en goedkope overnachtingsplekken en we kregen elke dag geweldige geplastificeerde routekaarten. ’s Ochtends vroegen mensen soms: fiets je mee?, maar dan zei ik: nee, ik fiets lekker alleen, ik zie jullie vanavond wel weer. Ik wilde heel bewust van de omgeving genieten en Ik had behoefte aan rust.

Als iedereen ’s avonds op het terrein was aangekomen, zijn tent had opgezet en wat had gekookt, hadden we rondom de vlaggemast of in de kampvuurkuil een soort groepsgesprek over wat iedereen had meegemaakt. De eerste of de tweede dag had iemand een vieze pet op straat gevonden en dat werd een hilarisch hulpstuk tijdens de rest van de tocht. Degene met de leukste anekdote moest die pet tot grote pret van iedereen 24 uur lang ophouden.

Het zou wél leuk zijn als de groep wat meer gemengd in leeftijd was. Met mijn 56 jaar was ik een van de jongsten; de meeste deelnemers waren gepensioneerd. Dus, mensen tussen de 35 en de 65: denk er eens over na! Je zit niet aan elkaar gebakken, er zijn geen regeltjes, het is heel vrij. Zelf ga ik het in elk geval vaker doen!

Meer over fietskamperen


Gepubliceerd op maandag 16 januari 2017

Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.

« Niet te veel voorbereiden, dan is de verrassing het grootst (Harry Wagenaar) - Vrijheid en inspirerende ontmoetingen (Ben Huve en Ingrid Stikkelorum) »