Geschiedenis

De NTKC is de oudste kampeervereniging in Nederland. Al meer dan 100 jaar kamperen de clubleden in Nederland op eigen en gepachte terreinen. En dat blijven we nog zeker 100 jaar doen!

Op een mooie zondagmiddag in mei...

Waar begin je aan als je op een zondagmiddag in mei 1912 samen met je zus en twee vrienden besluit een kampeerclub op te richten?

De twintigjarige Amsterdamse kleermakerszoon Carl Denig kwam in maart van dat jaar na een Engelse vakopleiding thuis met de boodschap: ‘Ik word geen kleermaker, ik word tentenmaker.’ In Engeland had hij kennisgemaakt met lichtgewicht kamperen op de fiets. Hij meldde zich daar aan bij de pas opgerichte Amateur Camping Club.
Met een kleermakersoog bekeek hij hoe die lui dat precies deden. Hij noteerde de maten, knipte patronen uit een aantal meters dichtgeweven katoenen doek, naaide vakkundig zijn eigen tent en noemde haar Baby Mine. Hij kocht slaapzak, brander, aluminium pannen en wat andere spullen. Zo kon hij kamperen met zijn vrienden van de ACC. En wat in Engeland kon, moest ook in Nederland lukken. Carl bleek iemand met een vooruitziende blik. Als je tenten wilt maken en verkopen moet je een gelijkgestemde klantenkring hebben, en die was er nog niet. Begin dus eerst maar eens met een tentenclub, moet hij gedacht hebben.

Het oudste document van de NTKC

Het jonge NTKC-bestuur kon de dag na de oprichting op 5 mei 1912 al direct kampeerveteraan Wouter Cool als lid noteren. En ook ene heer Nessels, die meteen de taak op zich nam correspondent voor Rotterdam te worden. Men vond in die stad dezelfde week al een bedrijf, dat voorlopig tenten en verdere benodigdheden naar het model van de Engelse Amateur Camping Club kon importeren en leveren.
Louise maakte hiervan melding in de eerste notulen van die 5e mei, geschreven op de achterzijde van twee pamfletten van de Vrije Vrouwenvereniging. Die waren afkomstig van moeder Denig, die in die dagen bekendstond als een van de Amsterdamse suffragettes, militante voorstandsters van het kiesrecht voor vrouwen. De notulen zijn het oudste document van de NTKC. Met zo’n moeder verbaast het niet dat haar emanciperende dochter Louise zich voornam om, naast haar functie van 2e secretaris, ook ‘de belangen der dames-leden’ te behartigen. Zo ging de jonge club al direct voortvarend en emancipatorisch te werk.

De eerste bestuursvergadering op 6 mei 1912

De vergadering was op maandagavond [dat is dus 6 mei] bij Carl Denig Jr.

De 5-en Mei was de Nederlandsche Toeristen Kampeer Club opgericht en ‘t Bestuur voorloopig samengesteld uit:
A. van Ameringen, voorzitter
Carl Denig Jr., secretaris-administrateur
Jaap Mewe, penningmeester
Louise Denig, 2e secretaresse, die tevens de belangen der dames-leden zal behartigen.

Voor lidmaatschap der N.T.K.C. wordt dat van de A.N.W.B. verplichtend gesteld, terwijl de contributie f 2.50 zal bedragen. Reeds 2 leden in Rotterdam konden we noteeren: de Heeren W. Cool en Nessels, welke laatste tevens correspondent voor R’dam zal zijn.
Besloten wordt, dat de vlag lichtblauw van kleur met witte letters N.T.K.C. zal zijn. Deze zal tevens geschikt voor seinen moeten zijn.
Verder wordt ‘t plan goedgekeurd, om op Hemelvaartsdag in Zeist voor de A.N.W.B.-leden een demonstratie te houden, ter propaganda voor onze Club. Daarover zal aan den Heer Lugard geschreven worden.

Ook zullen de Heeren Cool, Nessel, Jan Feith en Frans van Eerlevoordt bericht van de oprichting der Club krijgen; aan Cool en Nessel 'n verzoek om met hun tenten op Hemelvaartsdag te komen en de contributie te betalen, aan Feith en Van Eerlevoordt, om 'n uurtje met hen te praten.
De International Clothing Company te Rotterdam zal voor de tenten met verdere kampbenoodigdheden, alles naar 't model van de A.C.C., zorgen.
't Clubadres zal zijn: Heerengracht 167.
Bericht van de oprichting zal gezonden worden naar de redactie van de Kampioen.

Louise Denig
Carl Denig Jr. Secr.Adm.
waarnemend voorzitter