Begrazing voor biodiversiteit

Terrein Masterveld, Winterswijk

Afdeling Oost

Sinds een paar jaar lopen er regelmatig schapen, geiten, een ezel en een muildier (kruising tussen een ezel en een pony) op een afgezet deel van ons terrein Masterveld. Dit om de biodiversiteit op twee hectare van het terrein te vergroten.

Jaarlijks bloeit op dit stuk grond onder andere de gevlekte orchis. Wageningen Universiteit telde er een aantal jaren geleden 20.000 per hectare. Ook komt voorzichtig heide op. Deze natuurontwikkeling versterkt de biodiversiteit en laat een geslaagde transformatie van landbouwgrond naar een perceel met vochtige heide zien. Echter, door grote bomen in de buurt ontstaat veel opslag van ruwe berk en schietwilg. De afgelopen jaren is dit bestreden door deze jonge boompjes uit te trekken en uit te steken, door de stichting voor Particulier Agrarisch Natuurbeheer (PAN) en de inzet van NTKC’ers. Helaas hebben we moeten vaststellen dat door dit beleid (‘snoeien doet groeien’) het aantal bomen niet is afgenomen. En elk jaar komen er weer nieuwe boompjes op en neemt het aantal orchideeën af. Om dit probleem op te lossen zijn 3 opties onderzocht.

Optie 1: Niets doen

De 2 hectare worden dan vanzelf een berken-wilgenbos. Maar bij de uitbreiding van ons terrein in 2013 heeft de NTKC een provinciale SNL-subsidie (Subsidieregeling Natuur en Landschap) aangenomen, waarmee we een kwalitatieve verplichting zijn aangegaan om – in het kader van natuurontwikkeling – het doeltype vochtige heide te realiseren op het voormalige maisland. Als we bewust niets doen, verandert het doeltype in bos. Bij controle moet dan het totale bedrag aan aanlegsubsidie plus een boete worden terugbetaald aan de provincie. Dat zou ongeveer € 20.000 kosten.

Optie 2: Opslag snoeien met vrijwilligers en/of maaien door PAN

Het terrein is te groot om met vrijwilligersinzet goed te beheren. Gebleken is dat 1 keer per jaar maaien niet voldoende is. Daarnaast zorgt het maaien voor extra druk op de vochtige grond en maaien bij hoge grondwaterstand (in het voorjaar) kan alleen met een tractor op rupsbanden. De kosten van het maaien vallen dan 2 keer zo hoog uit.

Optie 3: Rantsoenbegrazing door schapen

Een schaapherder uit de omgeving heeft ruim 30 jaar ervaring met rantsoenbegrazing. Hij laat Bentheimer schapen, af en toe vergezeld door dwerggeiten, grazen. De dieren krijgen steeds een ander deel van het gebied om bladeren van jonge boompjes te eten. Het gebied is afgezet met speciale netten die zorgen dat wolven, honden en ander wild buiten de omheining blijven. Deze schapen en geiten eten bittere houtsoorten zoals ruwe berk, wilg en els. Met een ezel en een muildier, die ook opslag eten maar vooral als waarschuwing en afschrikking dienen voor wolven, vormen ze een goed team. Wolven hebben ontzag voor ezel en muildier, die beide veel geluid kunnen maken. Voor deze dieren is het wettelijk verplicht dat er een schuilgelegenheid is, daarvoor gebruiken we een tweedehands paardentrailer. Voor een succesvolle aanpak is het nodig om voor een periode van minimaal 5 jaar deze beheersvorm in te zetten. Benodigde eenmalige investering: € 6.500.

Na afweging van alle voor- en nadelen is gekozen voor optie 3.

Van de SNL-subsidie van de provincie Gelderland kunnen we de schapen laten grazen, maar voor de benodigde materialen was geen provinciaal subsidiepotje. Wel bracht de betrokken ambtenaar ons op het idee om een aanvraag in te dienen bij het SBNL Natuurfonds en het Van Hemert tot Dingshof-Coldeweij Fonds. Dit bleek een goede tip en zo kregen we alsnog de gevraagde € 6.500 bij elkaar. De toekenningscommissie waardeert onze inzet met vrijwilligers en de nieuwe vorm van beheer door begrazing met Bentheimer schapen, dwerggeiten, een muildier en een ezel om de biodiversiteit te verhogen op het perceel vochtige heide. Met deze bijdrage zijn 10 wolfnetten, de tweedehands paardentrailer, het schrikdraadapparaat en aanleg voor stroom en water gefinancierd.

Resultaat tot nu toe

De begrazing verloopt boven verwachting. Alle blaadjes van de jonge opslag worden opgegeten waardoor de fotosynthese stopt en de opslag langzaam doodgaat. Steeds eerder dan gepland moeten de schapen weg omdat er niet meer genoeg voer voor hen is. De soms extreme droogte maakt het voor de heide en orchideeën niet makkelijker om te groeien, maar we blijven vooruitgang zien. Met de schaapherder is afgesproken dat we deze vorm van beheer minimaal 5 jaar volhouden. Nog 3 jaar te gaan.

Tekst Peter van Heek, foto’s Laure van Heek, 2023


Gepubliceerd op zondag 15 oktober 2023

Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.

« Herfstslinger maken - Je lidnummer op de schoonmaaklijst »