Plekken waar zo min mogelijk mensen zijn (Sjoukje de Lange)

Terrein

Tot haar vijftiende liep Sjoukje (geboren in 1995) met haar ouders vaak met rugzaktochtjes van de Zwerfgroep mee. Eerst was dat spannend en nieuw, dus leuk; in haar puberjaren werd het meer ‘iets wat nou eenmaal moest’. Maar eenmaal aan de puberteit ontstegen begon ze weer te snappen wat er leuk is aan lopen met de rugzak en ging ze het in vakanties zelfstandig doen. Soms een week, soms drie of vier, zo licht en zelfvoorzienend mogelijk. Meestal met zijn tweeën en meestal ergens in Europa; ‘hoe verder van de bewoonde wereld, hoe beter!’

Mijn mooiste rugzaktochten tot nu toe liep ik in Noorwegen, op Corsica en in Ecuador. Afhankelijk van het terrein loop ik afstanden tussen de 10 en 30 km per dag. Het liefst kampeer ik wild, daarom vind ik Scandinavië zo super. In Noorwegen en Zweden mag je wildkamperen en je komt er op veel plekken nauwelijks andere wandelaars tegen. In de Alpen of op Corsica is wildkamperen officieel niet toegestaan, maar je kunt er je tent wel naast een hut opzetten. Verder mag je altijd wel een noodbivak opzetten als je ergens bent gestrand.

Hardangervidda, Noorwegen
De tocht van tweeënhalve week die ik daar maakte staat voor mij op nummer één. Het was er in augustus véél kouder dan verwacht en er lag veel meer sneeuw. Daar was ik behoorlijk slecht op voorbereid: we kookten op gas, en ik had een drieseizoenentent bij me terwijl een vierseizoenentent echt beter was geweest. Maar het was super. Het landschap is daar onbeschrijflijk mooi, met uitzichten van hier tot Tokio. Heel desolaat, we kwamen gemiddeld één wandelaar per dag tegen. Halverwege onze route was er één dorpje waar we eten voor de volgende dagen konden inslaan.

GR20, Corsica
Anders dan Noorwegen is het langeafstandspad GR20 juist warm en druk. Het pad loopt van noord naar zuid (of andersom) over bergkammen het eiland over. Het is meer klimmen dan lopen en dat vind ik geweldig! Wildkamperen lukt daar niet vanwege de drukte, omdat er moeilijk aan water te komen is én omdat er vrijwel geen vlakke stukjes te vinden zijn om je tent op te zetten. We hebben dan ook vaak bij een hut gekampeerd, daar is altijd een stukje grond vlak gemaakt en je kunt er water tappen. Overdag zwommen we vaak ergens en dan waren we weer schoon.

Quilotoa-loop, Ecuador
In Ecuador heb ik niet gekampeerd, maar een vijfdaagse huttentocht gelopen als onderdeel van een langere reis. Die tocht staat in mijn top drie omdat het zo heel anders was dan in Europa. De hutten waar we overnachtten waren gefocust op Europese toeristen, maar de vele voetpaden door het gebergte worden vooral door Ecuadorianen zelf gebruikt. Lopen op 4.000 meter lijkt in de Alpen ontzettend hoog, maar is in Ecuador gewoon “middelgebergte”. Ecuador kent toppen van over 6.000 meter! Je moet dan ook wel even acclimatiseren. Af en toe passeerde je boerenhuisjes met spelende kinderen. Als je ging zitten om te lunchen kwamen er kinderen op je af, voor een gesprekje of wat te eten.

Uitrusting
Of je nu één of vier weken weggaat, wat je aan bagage meeneemt is eigenlijk hetzelfde. In mijn geval: twee onderbroeken, twee shirts, twee paar extra sokken. Sommige mensen zeggen dat je om blaren te voorkomen echt goede wandelsokken moet hebben, maar die van mij zijn gewoon van de Zeeman. Ik was ze wel zodra ik ergens water tegenkom, zodat ze blijven ademen. Was hang ik te drogen aan de rugzak.
Slapen doe ik op een self-inflating matje van Therm-a-Rest. Een heel matje, geen halve; nachtrust vind ik belangrijker dan gewicht besparen. Ik ben nogal een koukleum dus ik neem een dikke donzen slaapzak mee. Dat is wel zwaarder dan een dunne, maar dat is dan maar zo. Nadeel van dons is dat het niet nat mag worden. In Noorwegen heb ik wel eens pech gehad. De tent stond op de verkeerde plek en er viel veel regen. Toen we om 6 uur wakker werden bleken we inmiddels in een klein meertje te staan: alles was nat. Dan kun je alleen maar inpakken en gaan lopen om weer warm te worden. We besloten onze route te verleggen en naar de dichtstbijzijnde hut te lopen, twee dagtochten daarvandaan, om daar de boel te drogen. Maar we hadden heel veel mazzel: op dag één brak de zon eindelijk even door en konden we alles meteen weer drogen.
Inmiddels heb ik een vierseizoenentent, een klein kruiptentje. Die is relatief zwaar, maar fijn voor Noorse omstandigheden.
Na het lopen zit ik op de grond of op een regenjas, voor mij is dat prima. Daar midden in het landschap zitten terwijl je het langzaam donker ziet worden, naar de sterren kijken, is een onderdeel van de hele ervaring. Voor de ontspanning ’s avonds neem ik een e-reader mee, die is licht en gaat lekker lang mee. Nog een meeneemtip: een opschrijfboekje! Het is heel rustgevend om aan het einde van de dag je ervaringen op te schrijven, en bovendien superleuk om later terug te lezen. Voor mij het extra gewicht waard.

Eten en drinken
Als ik er de tijd voor heb, droog ik van tevoren zelf maaltijden in de oven. Maar meestal koop ik in een buitensportzaak kant-en-klaar gedroogde maaltijden als avondeten. Voor ’s ochtends neem ik havermout mee. Dat eet ik met water en melkpoeder en een paar stukken pure chocola erdoor, voor een beetje luxe. En voor de lunch: repen, noten, droge worstjes, alles wat een hoop eiwitten en energie geeft. Eten voor tien dagen is wel het maximum gewicht dat je mee kunt nemen, daarna moet je weer ergens gaan inslaan.
Toen ik een keer in een heel droog jaar in Zweden was, was het moeilijk om onderweg water te vinden. We moesten de route verleggen om dorpjes aan te doen. Met een filter was dat niet nodig geweest, dan hadden we het modderige slootwater dat we tegenkwamen kunnen drinken. Daarom neem ik tegenwoordig een waterfilter mee. Die weegt weliswaar 400 gram, maar dat weegt ruimschoots op tegen het feit dat je veel minder watervoorraad hoeft mee te dragen. Behalve water neem ik vaak een klein flesje geconcentreerde limonadesiroop mee en doe daar ook een beetje zout in, als een soort zelfgemaakte energydrink. Dat is niet per se heel lekker, maar zo kom ik aan mijn suikers en blijft bij zweten ook mijn zoutgehalte op peil.

Navigeren
Het hoeven niet per se gemarkeerde of beschreven routes te zijn die ik loop, maar ik ga ook niet zomaar ‘random’. Met gidsjes en internet bereid ik me goed voor. Ik zoek bijvoorbeeld uit waar je onderweg eten kunt kopen. Navigeren doe ik meestal met kaart en kompas en bij een lastig gebied neem ik zo nodig de gps erbij. Navigeren leerde ik vooral van mijn ouders, en ook bij de Zwerfgroep en bij de studentenklimvereniging waarvan ik lid ben. Bij die vereniging kom ik mensen tegen die rugzakwandelen ook leuk vinden. Daar ben ik heel blij mee, want het is niet altijd makkelijk om wandelmaatjes van mijn leeftijd te vinden.

Verlanglijstje
Ik ben nu aan het sparen voor een klein licht tentje of tarpje voor warmere gebieden.
Wat in afgelegen gebieden echt spannend kan zijn, is dat je geen telefoonbereik hebt. In de Franse Alpen heb ik een keer mijn enkel gebroken, toen moest mijn partner naar een hut lopen om een helikopter te bellen. Daarom ben ik van plan om nog een satelliet-noodknop (inReach) aan te schaffen waarmee je een alarmsignaal kunt laten afgaan.
Graag zou ik ooit eens een echt lange tocht maken, van een half jaar of zo. Bijvoorbeeld de Pacific Crest Trail, een langeafstandsroute van Mexico naar Canada, de Te Araroa Trail dwars door Nieuw-Zeeland of de Route of Parks door Chili. Voor de kortere termijn ben ik een reis door Groenland aan het plannen, een beschreven tocht van tien dagen. Ik hoop dat dat het coronavirus dat in 2021 weer toelaat.

Euforie
Voor mij is het bijzondere van rugzakkamperen dat je op plekken komt waar zo min mogelijk mensen zijn. Het gevoel dat je als eerste op die plek bent. Zo ver mogelijk weg van alle drukte in Nederland. Met de fiets of auto lukt dat niet. En ja, als je met een rugzak loopt, kun je last van blaren krijgen, of van spierpijn, rugpijn, schaafwonden en blauwe plekken op je schouders en heupen. Het hoort er een beetje bij, maar het is niet wat je uiteindelijk onthoudt. De euforie wint het in mijn ervaring altijd van de ‘ontberingen’ die ik heb doorstaan.

Meer over rugzakkamperen

Gepubliceerd op 26 juni 2020


Gepubliceerd op maandag 25 juni 2012

Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.

« Aangestoken door het zwerfgroepvirus (Peter Leyenaar) - Je vrijheid verdienen (Willem de Beer) »