De rugzak van Erica

Terrein

Afdeling NTKC algemeen

Begin 2020 wordt er op de NTKC-website bij de rubriek ‘Zoek&vind’ een oude Noorse Bergans-rugzak aangeboden. Op de meegestuurde foto is de contour van de inmiddels verdwenen zwerf-ster van de Zwerfgroep nog goed te zien. De rugzak heeft geleefd, is doorleefd. Dit is een rugzak met een verhaal. Mijn interesse is gewekt ...

Erica de Koning-Tijhof (86) is een kind van de NTKC. Haar ouders waren leden van het eerste uur. In 1958 leert zij bij de Zwerfgroep haar toekomstige echtgenoot Jan kennen, een ervaren rugzakkampeerder. Al snel gaan ze -voor hun trouwen nog ‘keurig’ in twee aparte tentjes- samen op pad en daar horen ook de tochten van de Zwerfgroep bij. ‘En ja, toen moest ook ik een goede rugzak hebben en dat is deze Bergans geworden. Die was toen heel gangbaar’, vertelt Erica. ‘Bij het inpakken van de rugzak werd altijd in jaargetij, activiteit en duur van de tocht gedacht. Jan kon met z’n ogen dicht zijn rugzak inpakken. Eigenlijk stond zijn rugzak altijd klaar voor een volgend kampeerweekend. Ik ging minder vaak mee, dus voor mij was het altijd weer even nadenken wat wel en vooral wat niet meeging.’ Lange tochten waren niet favoriet bij Erica: ‘de rugzak voelde op den duur toch behoorlijk zwaar’.

Slapen
‘Ik herinner mij nog de eerste jaren: een echt matje had je niet. Als het koud was gebruikten we als isolatiemateriaal (pak)papier met daarop de gronddeken van de tent. We waren jong, dus je rug kon heel wat meer hebben! Niet lang daarna kwam een matje van dun foam, een echte vooruitgang. Dat matje vouwde je dan zo dubbel dat het precies tegen je rug aan in de rugzak paste.’
Van parachutestof had Jan zijn eigen lakenzak gemaakt, licht en isolerend. Demmenie (buitensportzaak, red.) maakte in opdracht, de ‘perfecte’ slaapzak. Erica had een lakenzak van heel licht katoen. Verder ging er een sloopje mee: in de rugzak hield dat zo nodig meegenomen kleren bij elkaar en ’s nachts diende het pakket als slaapkussentje. Als alternatief voor de ‘moderne plastic zakjes’ naaide Erica katoenen zakjes van bijvoorbeeld een oud, dun overhemd: ‘Zo kon ik dingen gescheiden opbergen en werd het in de rugzak geen zooitje.’

Koken
Jan en Erica droegen samen tent en kookspullen: een pannensetje, primus en bordjes van zacht plastic. Verder nam Jan de brandstof in zijn rugzak en indien nodig nam hij nog een extra benzinebrander mee. En altijd een extra doosje lucifers: ‘hoe zorgvuldig je ook met de lucifers omgaat: er hoeft maar iets mis te gaan en je hebt een probleem.’ Een kaars zorgde voor verlichting: ‘bij langere tochten ging een grote kaars mee, bij de korte tochten een overgebleven stompje. Dat scheelde weer in gewicht!’
Van de baleinen van een paraplu en tentstof was een windschermpje geknutseld, daar kon de brander windvrij achter staan. ‘Natuurlijk allemaal wel heel brandbaar, dus het was opletten geblazen.’
Levensmiddelen als muesli en koffie werden in kleine hoeveelheden door de hele rugzak heen ‘gefrummeld’. ‘Vanaf halverwege jaren zestig kwamen gedroogde groente en instant-puree op de markt: heet water erbij en klaar. Maar ook het blik nasi met een gebakken ei was populair.’

Tochten
Trektochten werden aangekondigd in de Kompasroos, het blaadje van de Zwerfgroep.
Gezamenlijk of individueel liep je naar de kampeerplek. ’s Avonds met een mok thee bij ’t kampvuur werden verhalen over verschillende tochten uitgewisseld en de weetjes van de kampeeruitrusting gedeeld’. Het rugzakkamperen gaf Erica een gevoel van vrijheid. ‘Zwerfgroepers vatte belevenissen tijdens de tocht samen met de woorden: ‘wat komt, komt ook, wat was, was goed’.

Biesbosch
Met drinkwater moest je zuinig zijn. Maar als het erop aan kwam dat heel betrekkelijk. ‘Op de boot in de Biesbosch wilde Jan met het laatste water uit z’n fles theezetten. Hij stootte tegen de primus aan: pannetje om, water weg. Jan werd er niet warm of koud van, schepte een nieuw pannetje water uit de Biesbosch en begon opnieuw.’
Die tochten naar de Biesbosch staan gegrift in Erica’s geheugen. ‘Je moest echt op tijd bij de boot zijn. Het verschil tussen eb en vloed is daar groot. Te laat komen kon betekenen dat je tijdens de overtocht de boot uit moest om deze door het ondiepe water of over de drooggevallen bodem verder te trekken. Eenmaal aan de overkant was het dan – met rugzak – soms een hele klim om weer op ’t land te komen.’

Mijmeren
Als fervent rugzakkampeerder tel ik mijn zegeningen als ik denk aan de lichtgewicht uitrusting waarmee mijn moderne rugzak gevuld is. Maar sommige dingen zijn van alle tijden: ook mijn rugzak voelt vaak net te zwaar en het einddoel van de tocht is net te ver. We gebruiken allerlei gadgets en apps om het juiste pad te vinden, maar als het er op aankomt vallen we terug op de zon, een kaart en kompas. Het gaat Erica en mij om het gevoel dat rugzakkers al een eeuw en misschien wel langer, verbindt: vrijheid, één zijn met de stilte, met de natuur.

De Bergans-rugzak van Erica heeft inmiddels een nieuwe eigenaar en gaat daar als een ‘pre-loved item’ een nieuw leven tegemoet.

Anne Vlessing 2021, foto's Eli Vlessing


Gepubliceerd op dinsdag 14 juli 2015

Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.

« Eenpitter: Kampeer-Kantonees - Paardenbloemslinger »