Lopend mijn hoofd leegmaken (Olga van Kleef)

Terrein

Rond mijn veertigste, een jaar of twintig geleden, ben ik met rugzakkamperen begonnen. Met een wandelmaatje ging ik toen vaak weekendjes weg. Toen dat contact verwaterde, heb ik het een tijd niet gedaan. Maar zes of zeven jaar geleden, toen mijn jongste zoon de deur uit ging, heb ik het lopen met de rugzak weer opgepakt.

Kampeertochten te voet maak ik vooral in vakanties, en meestal alleen. Zo heb ik de Kilimanjaro beklommen met mijn oudste zoon en in twee zomervakanties de Portugal-route naar Santiago de Compostela gelopen. Ik kampeer dan af en toe ook wel wild. Mijn kinderen vinden dat een beetje eng, maar ook wel stoer van me. Ze noemen me tegenwoordig dan ook ‘oma Zwerver’. Toen mijn dochter in Leeuwarden midden in de zomervakantie van 2019 moest bevallen en vroeg of ik daarbij wilde zijn, ben ik vanuit mijn woonplaats Veenendaal naar Leeuwarden gelopen.

Lopen is voor mij een manier om m’n hoofd leeg te maken. Rugzak op en gaan, en zien hoe het gaat. Meestal loop ik met gps (Garmin). Op grotere tochten volg ik soms beschreven routes, maar naar Leeuwarden bijvoorbeeld heb ik de route zelf uitgezet. Mijn overnachtingen plan ik dan niet van tevoren. Onderweg kom ik vanzelf wel bordjes tegen van boeren- of minicampings. Paalkampeerterreinen vind ik ook leuk.

Verzameling tentjes

Afhankelijk van wat ik ga doen, kies ik mijn tent of tarp, mijn brander en kleren. Ik heb inmiddels wel tien kleine tentjes. Want wat sommige vrouwen met kledingwinkels hebben, heb ik geloof ik met kampeerwinkels. Mijn laatste aanwinst is een perfect tentje voor maar 80 euro van AliExpress. Binnen- en buitentent vormen samen een heel klein pakketje van 1200 gram en je zet hem op met een wandelstok. ’s Zomers heb ik trouwens meestal een tarp bij me in plaats van een tent.

Ook rugzakken heb ik (te) veel: dagtasjes, tassen van 30, 40 en 55 liter en een heel grote van 110 liter, uit de tijd dat ik nog een grote hond had die altijd meeging. Een paar jaar geleden heb ik van het harnas van een oude rugzak een monowalker gemaakt, een wandelkar met een wiel die je aan een heupband met je mee trekt. Voordeel is dat het gewicht op je heupen rust, waardoor je je nek en schouders ontziet. Het wiel zorgt ervoor dat je slechts de helft van het werkelijke gewicht draagt.

Een benzinebrander vind ik te zwaar om mee te lopen. Een spiritusbrander is goed, ook voor een koffietje onderweg, maar het meest praktisch vind ik nu lichte gasflesjes van de Action, die je overal kunt kopen. AliExpress verkoopt koppelstukjes voor die flesjes. Ik heb ook een wood stove’je gehad en veel gebruikt, dat kookt leuker, maar het nadeel is dat je de rest van de dag met zwarte handen loopt.

Platte veters

Ik begon ooit gewoon met een spijkerbroek, maar nu heb ik een goeie wandelbroek. Die is snel droog en je ziet niet dat hij vies wordt. Shirtjes van merinowol dragen heel lekker. En de beroemde laagjes zijn belangrijk, maar dat weet iedereen denk ik wel. Ik heb ook veel plezier van mijn maffe wandelhoedje. Eerst dacht ik: daar ga ik toch niet mee lopen? Maar nu vind ik het toch heel fijn, zowel bij zon als bij regen.

In mijn wandelschoenen heb ik liever platte of katoenen veters dan ronde, want ronde veters gaan makkelijker los. Wandelschoenen van het merk Salomon zijn fijn omdat er een haakje, een soort remmetje, aan het vetergedeelte zit zodat je de veters van boven strakker vast kunt maken dan van onderen, of andersom.

Waar ik nog geen oplossing voor heb gevonden, is dat je zelfs met waterdichte schoenen toch natte voeten krijgt als je langer door nat gras loopt. Daarom probeer ik tegenwoordig om het natte gras heen te lopen.

Wandelstok als tentstok

Wandel- of trekkingstokken kunnen helpen om met een rugzak beter rechtop te lopen. Ze geven ook een veiliger gevoel bij hoogteverschil en als het glibberig is. En het is mooi meegenomen als je er je tent mee op kunt zetten. Ik heb nu stokken met wat vering, dat is heel lekker om de tarp strak mee op te zetten. Ze hebben handvaten die je zowel van boven als van onderen kunt vastpakken. Handig op scheve paadjes of als je afwisselend moet klimmen of dalen, dan hoef je niet steeds de lengte aan te passen. Handvaten zijn vaak van kurk, maar je hebt ze ook van foam, dat vind ik fijner aanvoelen. En als je stokken mee wilt nemen in een vliegtuig, is het belangrijk dat je ze in elkaar kunt schuiven.

Ik neem ook altijd een kussentje mee, dat vindt mijn nek heel fijn. Een heliumkussentje van Decathlon bevalt me goed, dat kun je ook wat zachter opblazen zonder dat je hoofd er helemaal doorheen zakt. Ook heb ik altijd een zitmatje bij me, zelfs als ik gewoon een rondje in de buurt loop. Het weegt niks, je zit droog en je houdt je kleren schoon.

Gewoon even niks

De NTKC kwam ik voorjaar 2019 tegen in het boekje van het Utrechtpad. Toen ben ik lid geworden en nu loop ik weleens in een weekend naar NTKC-terreinen Den Treek of Austerlitz. In de herfstvakantie was ik op Huizen en op De Brobbelbies in Schaijk. Dan geniet ik van de rustige terreinen. Gewoon even niks, want thuis moet ik altijd van alles.

Kamperen met de rugzak: ik vind het ontzettend leuk en ik wil nog een heleboel. Ik zou bijvoorbeeld heel graag eens in Schotland willen lopen. Ook wil ik eens een tocht met de NTKC-Zwerfgroep proberen. En binnenkort ga ik op een NTKC-terrein uitproberen om in een hangmat te slapen. In Schaijk trof ik al iemand die me tips gaf over wat de beste banden daarvoor zijn.

Meer over rugzakkamperen

Gepubliceerd op 26 juni 2020


Gepubliceerd op dinsdag 26 juni 2012

Log in met je NTKC account om de reacties te lezen, en zelf een reactie achter te laten.

« Weidse ruimten (Henni Bunnik) - Ruim 40 jaar zwerf-ervaring (Frans en Ria Schlüter-Olbers) »